, [2005], 256-275 Analysis of Matthew 16:13-19: New Testament Prosaic Dialog
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Simon Petrus, [12]antwoordende, zeide: Gij zijt [13]de Christus, de Zoon des levenden Gods. 12. Namelijk uit aller naam; alzo Christus hun allen gevraagd had; waarom ook het antwoord van Christus hoewel het tot Petrus geschiedt, tot allen behoort. 13. Dat is, de Messias, of gezalfde. Zie Joh.1:42.